Afgelopen november heb ik aan de Manaslu Trail Race meegedaan. De organisator Richard Bull ken ik uit mijn jaren als hotel manager in Kathmandu, we hebben samen trailrunningnepal.org opgezet en waren een jaar of drie regelmatig met een aantal lokale vrienden ergens in de heuvels die de Kathmanduvallei omringen te vinden. Na mijn vertrek eind 2012 is Richard begonnen met het organiseren van twee meerdaagsen (naast het rondje Manaslu ook de Mustang Trail Race) en samen met de lokale loopmaatjes met wedstrijden in de vallei. Ik ben sinds 2012 een paar keer terug geweest, maar tijdens dit laatste bezoek viel het me pas echt op hoe het trailen momenteel boomt in Nepal.
Tien jaar geleden brainstormden we over manieren om meer buitenlanders naar Nepal te lokken om te trailen, om daarmee ook meer lokaal talent de kans te geven om zich in eigen land en in grote wedstrijden elders te meten met de internationale elite. En we dachten aan mogelijkheden om met trailen als basis een boterham te verdienen in de bloeiende buitensport wereld die Nepal rijk is, maar in die tijd had niemand van ons zo’n boom voorzien.
Nepalese bergwereld
Ik zal jullie niet vervelen met een verhaal over hoe die boom tot stand gekomen is, en ook niet met de internationale successen van Nepalese lopers (maar ben er natuurlijk heel blij mee). Waar ik op wil inzoomen is hoe geschikt het land is voor onze sport, wat trailen er zo bijzonder maakt en dat het weggelegd is voor iedereen die graag in de bergen is. Niet alleen de snelle meisjes en jongens, niet alleen de kilometervreters en, voor de meerdaagse waar ik aan meegedaan heb, zelfs niet alleen de hardlopers.
Kort door de bocht: als je graag trailt, altijd al een keer de Himalaya hebt willen bezoeken, misschien samen met iemand die ook hardloopt maar niet zo fanatiek als jij, of niet hardloopt maar wel in is voor lange bergwandelingen, dan is samen deelnemen aan een meerdaagse als de Manaslu Trail Race een prima optie. Als ik het er als 65er, met een wekelijks gemiddelde van ongeveer 100 kilometer op twee benen (soms 40 joggend en 60 wandelend, soms andersom), goed vanaf breng, dan kunnen de meesten van jullie het zeker!
Uit mijn persoonlijke geschiedenis met Nepal mag je terecht afleiden dat ik bevooroordeeld ben, maar feit is dat het land voor een ver weg bestemming onevenredig veel herhaalbezoekers trekt, dus ik ben lang niet de enige met een roze bril. Hoe dan ook, de Nepalese bergwereld onderscheidt zich ook in objectieve zin van wat de meesten kennen uit Europa. Het is bewoond, ook als je dagen van de dichtstbijzijnde weg bent, kom je nog door dorpen. En die dorpen bieden al sinds decennia onderdak aan bezoekers. En wat niet met woorden, zelfs niet met plaatjes is over te brengen is de schaal; bergen zijn bergen maar als het 6 tot 8 duizend hoog gaat doet dat wat met je. Het verschil tussen het gevoel dat binnenstappen in een mooie dorpskerk je geeft vergeleken met binnenstappen in een gotische kathedraal.
Manaslu Trail Race
Mijn achtergrond maakt me ook wat huiverig om jullie mijn belevenissen van dag tot dag voor te schotelen. Het was voor mij dan wel de eerste keer in het Manaslu-gebied maar wel al mijn vierde meerdaagse in Nepal, en “trek” nummer zoveel, ik kan me enigszins redden in het Nepalees, en ken het land sinds 1978 (met alle voor en nadelen van dien), en heb er zelf acht jaar in de toerisme industrie gewerkt. Als je een indruk wilt krijgen biedt de site van de loop een van dag tot dag beschrijving, en het verslagje van de enige andere Nederlander die meedeed, Nijmegen Atletiek trainer Paul Nauta, een Nepal newby van 70+, geeft je een onbevangener inkijkje dan ik kan bieden.
Dus ik richt me op enkele specifieke aspecten die er voor mij uitsprongen.
Voor vertrek had ik op verzoek van Richard wat stukjes geleverd voor de website met mijn antwoorden op twee basisvragen:
Waarom zou je ueberhaupt een meerdaagse doen?
En, als je er dan een doet, waarom de Manaslu Trail race?
De eerder genoemde combi van bewoonde bergwereld van ongekende schaal betekent dat je niet alleen door verschillende klimaat en dus ecologische zones gaat – dat geldt ook voor de alpen al zijn de bananen, bamboe, etc. van de eerste twee dagen toch wat nieuws voor ons – maar ook van dorpen waar vooral hindoes wonen, naar dorpen die volledig (Tibetaans) boeddhistisch zijn. Dit gaat samen met verschillen in bouwstijl, kleding, dieet, tempels…iets wat me ieder keer opnieuw een wow gevoel geeft. Een verschil op enkele kilometers van elkaar dat trouwens ook in de Kathmandu vallei te beleven valt waar het belangrijkste Hindoecomplex (Pashupathinath, bekend om zijn crematieplaatsen) een uurtje wandelen verwijderd is van een van de belangrijkste Tibetaans Boeddhistische pelgrimsplekken buiten Tibet (Bauddha (Bodnath) een stupa met iconische ogen waar jullie vast ooit een foto van gezien hebben). Twee religieuze centra die vol in bedrijf zijn, waar veel toeristen rondlopen maar altijd de side show blijven en waar de locals gelukkig overheersen. Er wordt wierook gebrand, je ruikt het eten en hoort de muziek en de gebeden; ze lijken een werelddeel van elkaar verwijderd …. een uurtje lopen…
Ik heb ook veel in Nepal gewandeld en ben in heel wat spectaculaire afgelegen plekken geweest. Staat garant voor een intense belevenis maar trailen in zo’n omgeving is iedere keer weer de verheffende trap gebleken, ook afgelopen november weer. Ik word ook stil van een mooie zonsondergang in de Nijmeegse natuur, maar schijnbaar moet ik toch fysiek tot mijn persoonlijke limiet gaan in een overweldigende omgeving om emotioneel tot in de kern geraakt te worden. Ik heb nog geen meerdaagse gelopen waarin ik niet een aantal keren vol schoot.
Emotionele kleuter hoor ik je denken, en dat zal best waar zijn, maar laat onverlet dat de meesten van ons dat zijn. Dat maakt het groepsgebeuren – we waren met 40+ deelnemers – van zo’n meerdaagse tot iets heel bijzonders. De maskers gaan tijdens de eerste dag al grotendeels af en dan kijk je terug op een ervaring met anderen van over de hele wereld, voorheen onbekenden, die je in hele korte tijd heel persoonlijk hebt leren kennen.
Tot slot, naast de deelnemers is er natuurlijk een behoorlijke lokale staf, bijna 25 Nepalezen in ons geval, waarvan je een aantal ook goed leert kennen, en wier dagtaken alles wat de deelnemers doen, “presteren”, relativeren. Degenen die dag in dag uit ’s nachts vertrekken om de route te markeren, en daarna bijvoorbeeld ook in de keuken helpen. Er zijn spullen die niet op muilezels vervoerd worden maar gedragen, en die 20-25 kilo komen niet veel later aan dan de gemiddelde deelnemer, met hun startnummer en dagrugzakje. Het maakt zelfs de elite lopers (we hadden er deze keer twee Ida Nilsson en Mimmi Kottka) nederig.
Wil je meer weten?
Er is nog veel meer te vertellen maar dit verslagje is al breedsprakig genoeg. Wil je meer weten, laat het me weten, rh.summit@gmail.com of 0644482098 (tel. & whatsapp), ik zal je vragen zo goed mogelijk beantwoorden en wat ik niet weet is via vriend Richard makkelijk te achterhalen.
Zelf ben in dit jaar ook weer van de partij, als interim “race director” nog wel.